Hoepel draaien

LeerlijnenJongleren

Media

Klaarzetten

  • 1 hoepel;
  • Twee kinderen: één draaier en één wachter.

Extra

  • Grote en kleine hoepels;
  • Kleine handtollen;
  • Bierviltjes;
  • Muntjes;
  • Jojo.

Opdracht

  • De leerling pakt de hoepel, zet deze rechtop en draait de hoepel rond.
  • De leerling springt in de hoepel als deze laag boven de grond draait.

Regels

  • De leerling mag drie keer draaien en springen.
  • Na drie beurten wisselen met de wachter.

Tips

  Wat zie je? Wat doe je
Loopt 't De kinderen krijgen te weinig beurten. Geef elk kind een hoepel.
De kinderen gebruiken te veel ruimte in de gymzaal. Wijs een plek op de vloer aan waar de hoepel gedraaid mag worden.
Er zijn onvoldoende hoepels aanwezig. Maak ze van een elektriciteitsbuis.
Lukt 't Het draaien lukt niet. Uitleggen hoe de leerling de hoepel vast moet pakken.
Probeer het met twee handen.
Het springen lukt niet. Spring als de hoepel bijna stil ligt (en geluid maakt).
De begeleider geeft het moment van springen aan.
Leert 't Het draaien van de hoepel lukt. Probeer sneller te draaien.
Draai de andere kant op.
Spring eerder in de hoepel.
Draai met twee hoepels tegelijk.
Probeer te draaien met de handtol, een munt of een jojo.
Leeft 't De uitdaging verdwijnt. Probeer te draaien met de handtol, een jojo of een munt.
Organiseer een wedstrijd. Welke hoepel draait het langst?
Later Maak het moeilijker. Probeer een tol op een dienblad te laten draaien.
Probeer te hoelahoepen.