|
Wat zie je? |
Wat doe je |
Loopt 't |
De Tooties® vliegen steeds door de zaal. |
Leg de trapplank zo neer dat de speler met de rug naar de muur toe staat. |
|
Het wachten duurt te lang. |
Laat de wachter precies de vlucht van de Tootie® volgen. |
|
|
De wachter telt het aantal keren dat de Tootie® de lucht in gaat en geeft positieve feedback als een vangpoging geslaagd is. |
|
|
Creëer een extra werkplek. |
|
Een groep bestaat uit drie leerlingen. |
Eén trapper en twee tellers die de Tootie® met de ogen volgen. |
|
|
Creëer een extra werkplek. |
Lukt 't |
De Tootie® gaat te weinig omhoog. |
Zet de voet helemaal op de trapplank en trap met meer kracht. |
|
|
Laat de leerlingen langer oefenen zonder de Tooties® te vangen. |
|
De Tootie® wordt niet gevangen. |
Knoop de Tooties® in een jongleerdoek zodat de leerling ze makkelijker kan vangen. |
|
|
Geef de vanger een mandje zodat de Tootie® daarin gevangen kan worden. |
Leert 't |
De Tooties® gaan hoog de lucht in. |
Trap vijf keer op de trapplank en vang de Tootie® in één hand of juist met de andere hand. |
|
|
De leerling trapt met het andere been op de trapplank. |
|
De Tooties® worden goed gevangen. |
Leg na de vijf geslagen Tooties® er steeds één bij. |
|
|
Vang de Tooties® met een racket, met de andere hand of met de bovenkant van de hand. |
|
|
Leg de Tooties® in een bepaalde volgorde en lanceer ze steeds in dezelfde volgorde. |
Leeft 't |
De uitdaging verdwijnt. |
Hoe vaak lukt het als het spel vijf keer wordt gespeeld? |
|
|
Zet de score op een lijst. |
Later |
Maak het moeilijker. |
Speel met een foambal (7 centimeter doorsnede). |
|
|
Hierna probeert de leerling de bal te slaan met een racket in plaats van te vangen. |