|
Wat zie je? |
Wat doe je |
Loopt 't |
Krijgt de leerling teveel beurten? |
Om de beurt slaan, steeds één wachter. |
|
Kinderen slaan niet tegelijk. |
Eén kind heeft een lintje en bepaalt wanneer de shuttles opgehaald worden. |
|
Slaan met de puffballen. |
Benoem een scheidsrechter die bijvoorbeeld wasknijpers neerlegt op de plek waar de bal op de grond komt (kogelstoten). |
Lukt 't |
De shuttle wordt vaak gemist. |
Leg de shuttle op het racket en duw de shuttle weg. |
|
|
Probeer rustig de shuttle met de hand omhoog te tikken. Illustreer met een voorbeeld. |
|
|
Staat het juiste been voor? |
|
De shuttle gaat omhoog in plaats van ver. |
Het kind kijkt eerst naar de plek waar het de shuttle naartoe wil slaan. Hierna pas slaan. |
|
|
Laat het kind door de knieën zakken en dan slaan. |
|
De timing tussen het loslaten en slaan van de shuttle klopt niet. |
Laat de shuttle op de hand vallen en sla vanuit deze positie. |
|
|
Leg een hoepel vlakbij de speler op de grond. Laat de leerling hierin mikken. |
Leert 't |
De shuttle gaat verder dan vier meter. |
Teken er extra vakken bij. |
|
|
De kampioensstartlijn is één meter naar achter. |
|
|
Geef aanwijzingen over meer vaart door lichaamsactie. |
|
De shuttle wordt goed geraakt. |
Andere uitvoeringswijze: bovenhandse- en zijwaartse slag. |
|
|
Opgooien en wegslaan. |
|
|
Met een aanloop (kaatsen). |
|
|
Sla de shuttle met een boog. |
|
De shuttle wordt gericht geslagen. |
Maak er een mikspel van; laat bijvoorbeeld in de kastkop of in het wandrek mikken. |
|
|
In een hoepel mikken is extra punten. |
|
|
Leg een turnmat op de springkast. Zo moet de shuttle hoog gespeeld worden. |
Leeft 't |
De shuttle doet pijn aan de handen. |
Sla met puffballen. |
|
Introduceer een puntentelling. |
Tot twee meter is een punt, drie meter is twee punten en vier meter is drie punten. |
|
|
Meet de afstand met een centimeter. |
|
|
Laat de puntentelling zelf bijhouden op papier. |
|
Organiseer een miniwedstrijd. |
Degene die de shuttles het verst heeft geslagen krijgt een punt. Wie heeft het eerste drie punten? |
Later |
Maak het moeilijker. |
Laat de shuttle slaan met een kort badmintonracket of een tafeltennisbatje. |